Behandelfase bij lymfoedeem
Met lymfoedeemklachten kun je in de huidtherapeutische praktijk terecht. Na een intakegesprek en het opstellen van een behandelplan wordt er gestart met behandelfase. In de behandelfase wordt een combinatie van onderstaande behandelingen ingezet:
- Compressietherapie (zwachtelen)
- Aanleren ademhaling- en bewegingsoefeningen
- Leefstijladviezen
- Manuele lymfdrainage (MLD)
- Endermologie
- Lymftaping
- Littekentherapie
Het doel van de behandelfase is omvangafname en vermindering van klachten als pijn en beperking in bewegingen. De behandelfase duurt gemiddeld 6 tot 12 weken.
Overgangsfase en hulpmiddelen bij lymfoedeem
Als het doel is bereikt, komen we in de overgangsfase. In deze fase leert de patiënt wat hij zelf kan doen om het oedeem stabiel te houden. Hierbij ligt de nadruk op het aanleren van zelfmanagement voor zelfredzaamheid en het aanmeten en leveren van hulpmiddelen. Voorbeelden van hulpmiddelen zijn:
- Compressiekleding (therapeutisch elastische kousen voor armen of benen, thoraxbandages)
- FarrowWrap (= klittenbandsysteem) voor het zelfstandig zwachtelen
- JoviPak of Mobiderm voor compressie in de nacht
- Compressiepads zoals de JoviPads of PitPaks voor locatie compressie
- Lymfapress (intermitterende pneumatische compressietherapie) voor stimuleren afvoer oedeem
- Endermologie voor thuis
- Aanleren zelfstandig tapen/zelfmassage
Onderhoudsfase bij lymfoedeem
Na het afronden van de overgangsfase kan een patiënt zelfstandig zijn oedeem stabiel houden door inzetten van de daarvoor benodigde hulpmiddelen en het blijven toepassen van de leefstijladviezen en ademhaling/bewegingsoefeningen. We komen dan in de laatste fase: de onderhoudsfase. Hierbij houdt de patiënt zijn oedeem middels zelfmanagement stabiel. Indien er onverhoopt toch opnieuw klachten ontstaan, kan de patiënt contact opnemen met de huidtherapeutische praktijk. De huidtherapeut zal in de individuele situatie bekijken wat er aan de dan aanwezige klachten gedaan kan worden.
Belangrijk om te weten! Op dit moment is er geen wetenschappelijk aantoonbaar bewijs dat het voortzetten van MLD in de onderhoudsfase effectief is. Daarom wordt er gestreefd geen MLD in deze fase toe te passen, maar de patiënt zo zelfredzaam mogelijk te laten zijn. Indien nodig kan de patiënt daarbij gebruik maken van de eerder genoemde hulpmiddelen.